Weven is handwerk
Ik wil je graag iets vertellen over weven – hoe het werkt, en waarom het maken van een werkstuk zo lang kan duren. Bij DradenLeven geen belofte van “vandaag besteld, morgen in huis” – dit gaat over SLOW leven, werken, ervaren. Over aandacht bij je werk, bewuste keuzes van materialen en kleuren, en natuurlijk over patronen.
En het gaat ook over streven naar perfectie, en weten dat imperfectie menselijk is, en deel van het handwerk. Daaraan herken je dat iemand het persoonlijk met de hand gemaakt heeft. Dat het geen industrieel product is, in een fabriek gemaakt, precies eender als alle honderden producten die uit de machine of van de lopende band komen rollen. Uniek, individueel, persoonlijk. De aandacht die eraan besteed is, zie je eraan af, dat voel je als je het in je handen hebt, die zelfgeweven sjaal.
Het begint allemaal met het ontwerp – het kiezen van de garensoort, de kleuren, en het patroon. Maar eerst natuurlijk: wat ga ik maken? Een sjaal? Een keukensetje van theedoeken, placemats, pannenlappen? Of een kunstwerk?
Weven is schering en inslag
Als het ontwerp gemaakt is, reken ik uit hoe de schering gemaakt moet worden. En de volgende stap is natuurlijk: het maken van de schering! Op een speciale scheerplank (die zie je hiernaast) meet ik de draden af. Voor een sjaal van zo’n 30 cm breedte en 10 draden per cm zijn dat dus 300 draden. Die allemaal dezelfde lengte (bijvoorbeeld 2,5 m voor 1 sjaal) moeten hebben – een heel secuur werkje dus!
Meestal maak ik de schering in twee delen, omdat dat makkelijker op het getouw te zetten is. Als beide delen klaar zijn, bind ik ze stevig af, haal ze van de scheerplank af, en maak er een streng van. Dan kunnen de aparte draden niet door elkaar gaan. Je snapt dat het een ramp zou zijn als die 300 draden van 2,5 m elk door de war zouden raken!
Een boom opzetten
De volgende stap is de schering op het getouw aanbrengen. Ook dat is een nauwkeurig werkje, waar je met je aandacht bij moet zijn. Achter op het getouw zit een ronde balk, de scheerboom. Daar wordt de ene kant van de schering aan vastgemaakt, en vervolgens “boom ik de schering op” – dat deden (en doen) wevers vaak samen, dus hier komt de uitdrukking “een boom opzetten” vandaan! Het betekent dat de hele lengte (van die 2,5 meter dus) op de ronde balk opgerold wordt.
Daarna moeten alle 300 draden apart door een heveltje gehaald worden. Als je goed kijkt, zie je de bruine draad door een oogje gaan in het witte koord, dat is het heveltje. Dit zorgt ervoor dat de juiste draden opgetild worden door het weefgetouw. Ik moet ze dus in de juiste volgorde inrijgen.
Als 2e belangrijke stap moeten de draden nog door het riet – een soort rooster, dat de draden op de juiste hoeveelheid per centimeter houdt, en op de juiste breedte. Op de rechterfoto zie je de metalen spijltjes van het riet waar de bruine draden tussendoor gaan. In dit geval: 2 draden per opening, 4 openingen per centimeter dus 8 draden per centimeter in de schering (en in de stof uiteindelijk).
Voor ik daadwerkelijk kan gaan weven, moeten de draden eerst nog aangebonden worden. Per groepje van zo’n 6-8 draden bind ik ze vast aan de lat van de boom aan de voorkant, de doekboom. Met 300 draden zijn dat dus zo’n 40-50 groepjes.
Hiermee kan ik zorgen dat de draden op spanning staan. Anders kun je niet weven.
Eindelijk ... weven!
Nu kan ik dus eindelijk echt gaan weven! Nog even wat spoeltjes maken met de garens voor de inslag – dat is de draad in de breedte van het weefwerk. Dat verbindt dus alle scheringdraden met elkaar.
De inslagdraden gaan over en onder de scheringdraden heen, in allerlei verschillende patronen. De bekendste heet linnenbinding, daarbij gaat elke draad steeds over 1 draad en onder 1 draad. Het bekende matjes vlechten van de kleuterschool!
Weven is aandacht
Ook het weven zelf wordt met aandacht gedaan:
- de draad die je inlegt, moet niet te strak liggen, maar ook niet te ruim
- met het riet sla je de draad aan – precies de juiste kracht, niet teveel en niet te weinig, zodat er (in dit geval) 8 draden per centimeter komen
- met een handgetouw maak je voor elke inslag de juiste opening, dus dat is elke keer opletten
- na een paar centimeter weven wordt er opgeboomd – de ongeweven draden van de achterkant worden naar voren gehaald, de geweven stof wordt aan de voorkant op de doekboom gedraaid.
En uiteindelijk heb je een prachtig product, waar je trots op kunt zijn. En een heerlijke, meditatieve houding, door de dingen steeds met aandacht te doen.