Zoveel kleuren, zoveel mogelijkheden … je zou door al die kleurtjes het hele kleurenwiel niet meer zien!
In dit blog wil ik wat vertellen over hoe kleuren met elkaar samenwerken, elkaar versterken of juist verzwakken, of heel erg met elkaar botsen. En over wat dat betekent als je een sjaal of iets anders in jouw eigen kleuren wilt bestellen.
Allereerst laat ik je kennis maken met het kleurenwiel, of de kleurencirkel zoals het ook wel genoemd wordt. Deze begint in het midden met de 3 primaire kleuren: rood, geel en blauw. Daaromheen komen de drie secundaire kleuren: paars (= rood en blauw), oranje (= rood en geel) en groen (=blauw en geel). In de derde cirkel eromheen komen dan alle tussenliggende kleuren erbij, bijvoorbeeld blauwpaars, geelgroen, oranjerood.
Om het nog wat ingewikkelder te maken, hebben we natuurlijk ook nog de lichtere en donkere versies van al deze kleuren. Bijvoorbeeld bij rood kunnen we naar roze gaan (door wat wit erbij te doen) of naar roodbruin (door een klein beetje zwart erbij te doen).
Een andere basisregel is: als je alle kleuren in gelijke mate mengt, krijg je een modderig soort zwart-bruin. Dit geldt (net als alle voorgaande dingen) voor het mengen in verf. Als je licht in verschillende kleuren gaat mengen, gelden weer andere regels. Daar heb ik het verder niet over, omdat de regels voor het mengen met verf ook gelden voor het mengen van verschillend gekleurde draden. Het enige verschil bij weefsels is dat je van dichtbij nog wel de pikkeltjes ziet van de verschillende draden, maar van veraf mengen de kleuren zich vanzelf.
Wat nou zo leuk is, is dat je zelf kleuren kunt kiezen die je mooi vindt bij elkaar, uit die kleurencirkel. Daar gelden bepaalde uitgangspunten voor (natuurlijk, dat is vaak zo!). Wat ik hiervoor bijvoorbeeld zei over alle kleuren mengen in gelijke hoeveelheden, geldt ook bij weefwerk. Zou ik een sjaal maken met evenveel rode, blauwe en gele draden door elkaar heen, dan wordt dat een modderig geheel. Geen enkele van de kleuren komt dan mooi uit. Maar zou ik iets maken met een heel mooie rode draad, en die accentueren met een paar groene draadjes, dan spettert dat er echt uit. Dat komt doordat groen recht tegenover rood zit in de kleurencirkel: het is de tegenovergestelde kleur. Complementair wordt dat ook wel genoemd – groen vult rood precies aan want bevat alles behalve rood. En als je veel rood hebt en weinig groen, valt het rood dus wel op, en wordt het geen modderboel. Grappig he?
Wat ook heel mooi kan zijn, is een aantal kleuren te kiezen (meestal 3-4) die dicht naast elkaar liggen in het kleurenwiel. Bijvoorbeeld lichtgroen, zachtblauw, lilapaars – groen ligt aan de ene kant van blauw op het kleurenwiel, paars aan de andere kant. Het blauw verbindt als het ware die twee kleuren. Zo ook met bijvoorbeeld zachtroze, lichtoranje, zachtgeel. Hierin verbinden rood en geel zich met elkaar, maar dan in pasteltinten. De roze-gele sjaal zie je bovenaan dit blog.
De groen-blauw-lila sjaal zie je op de foto rechts. Rechtsboven is het groen helder, maar het blauw en het lila is “vergroend”. Onderaan (linkerdeel) zie je het lila, en als je die baan schuin naar boven volgt, kun je (als je goed kijkt) de overgang zien naar een blauwiger lila. De blauwe middenbaan (links van het lila) is daar duidelijker blauw. Dat is dus het effect van het mengen van draden, zoals in een weefwerk gebeurt.
